Goed voorbereid op pad met camper of caravan

Met de camper

Als je met een camper op vakantie gaat (of gewoon met een personenauto), heb je een Internationaal verzekeringsbewijs, beter bekend als de groene kaart, nodig. Hiermee kan je aantonen dat je verzekerd bent. In de meeste Europese landen is het voldoende om de groene kaart bij je te hebben op je smartphone, maar in sommige landen moet je hem geprint bij je hebben. Dit mag op wit papier. Heb je deze niet (meer)? Bel ons en wij regelen een nieuw document.

Met de caravan

In de landen op de groene kaart is je caravan of andere aanhanger op de weg automatisch meeverzekerd op de WA-autoverzekering van het trekkende voertuig. Maar er zijn ook landen met afwijkende regels. Is jouw caravan zwaarder dan 750 kilogram en heeft hij dus een eigen kenteken? Dan heb je voor die caravan in Duitsland, Polen en Spanje een tweede groene kaart nodig, op papier. In Kroatië en Portugal is zo’n extra groene kaart niet verplicht, maar wordt het wel aangeraden om er een bij je te hebben. Je kunt deze aanvragen bij je autoverzekeraar.

De camper- en caravanverzekering

Het is mogelijk om bij een caravan- of camperverzekering de inboedel extra mee te verzekeren. Onder de inboedel van een camper of caravan vallen voor de verzekering losse spullen die echt bij de camper of caravan horen. Spullen als reisbagage, betaalmiddelen, fietsen en dergelijke horen daar niet bij. Kostbare zaken ook niet, maar die vallen gelukkig meestal onder je reisverzekering. Daarnaast is het ook mogelijk om een voortent, luifel, mover of fietsendrager extra mee te verzekeren op de caravan- of camperverzekering.

Ombouw

Heb jij een busje omgebouwd (of laten ombouwen) tot een camper? Dan moet je hem eerst als ‘kampeerauto’ laten goedkeuren door de RDW. Als je camper niet is goedgekeurd, is hij niet verzekerd wanneer je ermee gaat rijden. De meeste verzekeraars vragen ook nog een aanvullende technische keuring. Die kun je laten uitvoeren door bijvoorbeeld een Bovag-camperbedrijf.